Alex De Taeye

Belgische componist

Belgische componist

Alex De Taeye werd op 23 oktober 1898 te Brussel geboren. Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van zijn geboortestad en behaalde er Eerste Prijzen voor harmonie, contrapunt, fuga, piano en orgel. Hij was o. m. leerling van Paul Gilson en Léon Dubois.  In 1927 verwierf hij de prestigieuze Eerste Grote Prijs van Rome (België) met de cantata Le Rossignol.

Hij werd leraar in transpositie en later in praktische harmonie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Hij behaalde niet alleen meerdere compositieprijzen in binnen – en buitenland, maar dirigeerde ook bijna alle grote symfonieorkesten in Frankrijk, Luxemburg en België.

Le Rossignol, Alex De Taeye
Plan de travail 1 copie

In 1931 werd hij directeur van het Conservatorium van Mons, dat onder zijn impuls in 1948 tot Koninklijk Conservatorium werd gepromoveerd. Hij componeerde zowat 200 werken, waaronder de opera Yannick en talrijke waardevolle orkestwerken.

Plan de travail 1 copie
Zijn leraar Paul Gilson had zijn liefde en waardering voor het blaasorkest weten door te geven. Jarenlang dirigeerde Alex De Taeye de ” Royale Harmonie de Frameries ” en ook de ” Philharmonie ” van Lessines.

In navolging van zijn leermeester Gilson moedigde De Taeye steeds de artistieke inspanningen van de volkse muziekverenigingen aan. Zelf schreef hij ook enkele originele werken voor blaasorkest, waaronder een heel mooi Scherzo en Cortège Festival. Voor koor en harmonieorkest schreef hij Flandre-Wallonie-Belgique.

Hij maakte ook vaak zelf transcripties voor harmonieorkest van zijn eigen werken.
Plan de travail 1

“ Les Croix de bois " ( 1919 )

Op 25 jarige leeftijd werd Alex De Taeye hevig ontroerd door de lectuur van de bekende oorlogsroman “ Les Croix de bois ” ( 1919 ) van de Franse schrijver Roland Dorgelès en dit gaf aanleiding tot de compositie van een muzikaal drieluik, de Triptyque dramatique – Les Croix de bois [1.“Veille” Wake, 2.“La Bataille” Het Gevecht , en 3. “Dans la morne paix du soir tombant” De Troosteloze Vrede bij Valavond ). De Taeye wist op suggestieve wijze de permanente angst van de soldaten, voor, tijdens en na de gevechten te verklanken. De partituur werd gelijktijdig voor symphonie en harmonieorkest geschreven. Het werk werd bekroond met de Emile Agniez Prijs die 1927 door Koning Albert aan de componist werd overhandigd.
De Taeye bewonderde het Groot Harmonieorkest van de Gidsen, dat vaak de Dramatische Triptiek programeerde.

Plan de travail 1

Zijn werken

Een aantal van zijn werken werden ook door derden voor blaasorkest bewerkt. Bij voorbeeld : voor harmonieorkest : Ouverture Calliste ( Lagasse ), Paysages Flamands ( Antoine Quinet ), en voor fanfareorkest : Callisto ( J. Demeure ), Pyrrhus ( J. Demeure ). Vele van zijn orkestwerken werden vaak uitgevoerd door harmonie – en fanfareorkesten. Zijn suite in 6 delen Paysages wallons ( transcr. Lagasse ) werd in 1927 te Luxemburg uitgevoerd door de Muziekkapel van het 8ste Linie in aanwezigheuid van de Groothertogin.

 

De Taeye overleed onverwacht in 1952 te Mons ( Bergen ) op 53-jarige leeftijd.